René van Seumeren (Utrecht, 1923 – Toulouse, 1989) was een Nederlandse beeldhouwer die werd opgeleid aan de Rijksacademie van beeldende kunsten in Amsterdam, door o.a. Jan Bronner en Piet Esser. In 1949 won hij de zilveren Prix de Rome voor beeldhouwkunst.
René van Seumeren vervaardigde gedurende zijn leven een uitgebreid oeuvre, variërend van grote werken in de openbare ruimte, tot aan figuratieve (veelal door geloof geïnspireerde) kunst en portretten. Hij creëerde veel in brons, maar had een specifieke voorliefde voor hout en steen. Zijn vriend en beeldhouwer Gabriël Sterk zegt hierover: ‘René van Seumeren’s beeldhouwwerk toont een nederig en religieus karakter, een warmte en intimiteit die veelal zoek is in de (moderne) hedendaagse beeldhouwkunst. Hij kent zijn métier als een middeleeuws meester en zou zich beslist hebben thuis gevoeld tussen de beeldhouwers die werkten aan de kathedralen.’
Het werk van René van Seumeren is onder meer zichtbaar in de openbare ruimte in Utrecht, Maarssen, Uithoorn, Mijdrecht, Reek en Heesch, evenals in het Museum Catharijneconvent en in scholen, katholieke kerken en abdijen van Den Haag tot in Pennsylvania (VS). Belangrijke werken van René van Seumeren in Utrecht zijn onder andere het Maria-altaar voor de Gerardus Majellaparochie (1950), het beeld van Bartholomeus bij de gelijknamige brug (1952) en de beeldengroep ‘Gezin’ op het Concordia-gebouw (1954).
Ter ere van zijn honderdste geboortejaar cureert kunsthistoricus Jaap Versteegh vanaf 8 oktober ’23 t/m 28 januari ‘24 de tentoonstelling ‘René van Seumeren (1923-1989) – Geloof in beeldhouwkunst’ in het Vechtstreekmuseum in Maarssen. Ook verschijnt een gelijknamig boek van de hand van Versteegh, voorzien van een voorwoord door Jan Teeuwisse, in oktober 2023 bij uitgeverij Waanders.
